Veelgestelde vragen

Een verzuimprotocol biedt werkgevers een vast kader voor het omgaan met ziekteverzuim binnen hun bedrijf. Hierin staan duidelijke afspraken en stappen voor een snelle en verantwoorde terugkeer van medewerkers. Door dit goed te regelen, behouden werkgevers de regie, beperken ze verzuimkosten en zorgen ze voor heldere communicatie met medewerkers.

De Wet verbetering poortwachter (Wvp) geldt voor iedere werkgever en treedt in werking zodra een medewerker zich ziekmeldt. Deze wet is ontworpen om langdurig ziekteverzuim te voorkomen en stimuleert de terugkeer naar werk op een verantwoorde manier. De Wvp geeft duidelijk aan wat er van werkgevers, medewerkers en de arbodienst wordt verwacht op specifieke momenten in het verzuimproces.

Als werkgever mag je bepaalde vragen stellen aan een zieke medewerker, maar het is belangrijk om te weten welke vragen dat precies mogen zijn. Je hebt namelijk recht op informatie, dat is vastgelegd in de privacywet.

Als werkgever heb je dagelijks te maken met uiteenlopende verantwoordelijkheden en uitdagingen. Het laatste waar je op zit te wachten, is verstrikt raken in de complexiteit van juridische procedures en verzuimdossiers. Toch is het onvermijdelijk als je een eerlijke en rechtvaardige oplossing wilt voor zowel jouw organisatie als voor jouw medewerkers. Hoe pak je dit efficiënt en effectief aan?

Wanneer een medewerker langdurig arbeidsongeschikt is, biedt de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) een vangnet. De wet WIA bestaat uit twee regelingen. De regeling Inkomensvoorziening Volledig en duurzaam Arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA).

Verzuimpreventie is een belangrijk onderdeel van het personeelsbeleid. Verzuim kost jou als werkgever niet alleen geld, maar kan ook leiden tot verlies van productiviteit, kwaliteit en klanttevredenheid. Bovendien kan langdurig verzuim de re-integratie van medewerkers bemoeilijken en het risico op een loonsanctie vergroten. Daarom is het belangrijk om dit zoveel mogelijk te voorkomen.

Wanneer een medewerker ziek wordt, gelden er specifieke regels voor re-integratie die samen met de werkgever moeten worden nageleefd. Als deze regels niet correct worden opgevolgd, kan het UWV een loonsanctie opleggen.

Jouw medewerker zegt ziek te zijn, maar is wel gespot op een feestje? Of komt jouw medewerker zonder toestemming of medeweten gewoon niet meer naar kantoor? Dan is er sprake van ongeoorloofd verzuim.

Vele gesprekken zijn gevoerd, re-integratiemogelijkheden zijn geprobeerd en menig papierwerk is ingevuld. Toch leidde het helaas niet tot een goed herstel en complete terugkeer op de werkvloer. Als dit het geval is, gaat de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) spelen. Er wordt dan gekeken of iemand arbeidsongeschikt en in welke mate.

Is jouw medewerker langdurig niet in staat om zijn of haar werk te doen en zijn er geen passende mogelijkheden om binnen jouw bedrijf weer aan het werk te gaan? Dan komt re-integratie bij een andere werkgever in beeld. Dit heet ‘re-integratie 2e spoor’.

Ziekteverzuim is een verzamelwoord voor verschillende vormen van verzuim, waaronder kortdurend verzuim, langdurend verzuim en gekleurd verzuim.

Verzuim houdt in dat een werknemer niet komt en als reden ziekte opgeeft. Als iemand zich daadwerkelijk niet goed genoeg voelt om te kunnen werken, is er sprake van ziekteverzuim. Dit kan van zowel korte als lange duur zijn. Er zijn daarom verschillende soorten verzuim

Verzuimbegeleiding houdt in dat er een goed beleid wordt opgesteld, zodat de zieke werknemer geholpen wordt. Er komt veel regelwerk bij kijken. Zo moet er verzuim- of re-integratiedossier worden gemaakt, wordt een arbodienst en/of bedrijfsarts ingeschakeld en komt er strenge wet- en regelgeving bij kijken.

Een arbo-arts en bedrijfsarts hebben allebei geneeskunde gestudeerd. Maar een bedrijfsarts heeft daarna nog een aanvullende, vierjarige studie gedaan op het gebied van arbeid en gezondheid. Het is een wettelijk beschermde beroepstitel. Als bedrijfsartsen de titel willen houden, moeten ze zich bijscholen en iedere 5 jaar opnieuw registreren. Ze worden gecontroleerd door de beroepsvereniging (NVAB).